UPDATE:
Het blijkt dat ik de vorige keer iets over het hoofd heb gezien. Meneer Warners blijkt één krabbel niet genoeg te vinden en heeft het gebouw twee maal gesigneerd. Eenmaal op het hoofdgebouw (zie hieronder) en eenmaal op de ‘uitbouw’. Misschien omdat hij de uitbouw zelf heeft verzonnen en niet gekopieerd van Post?
– – –
Op de Dagelijkse Groenmarkt nummer 13 in Den Haag bevindt zich al bijna 600 jaar een herberg. Tegenwoordig met de naam ’t Goude Hooft (dus zonder -n, met een t), in 1432 nog In tGulde Hoift en tussendoor (rond 1900) gewoon het Gouden Hoofd. Tegenwoordig is het voor veel mensen dè plek om na het winkelen gezien te worden. De stoelen op het terras staan er standaard met het gezicht naar de winkelstraat. Eigenlijk meer een tribune dus. Of een podium.
Hoe het er heel vroeger heeft uitgezien is niet meer te achterhalen. Op oude kaarten, zoals die van Bos en Van Harn (1616) linksboven, staan op deze plek nog wat vage huisje ingetekend. In 1660 krijgt Pieter Post de opdracht er iets moois van te maken en op de tekening rechtsboven (van Daniël Marot uit 1697) zie je daarvan het resultaat.
Pieter Post was een grote naam in de Gouden Eeuw. Hij heeft onder andere het stadhuis van Maastricht en de waag van Gouda ontworpen. Daniël Marot was trouwens ook een beroemd architect.
De foto linksboven laat zien hoe de plek er twee eeuwen later uit zag, rond 1910. Het pand had toen al verschillende verbouwingen achter de rug en is ondertussen behoorlijk veranderd. In 1939 werd dit pand met de grond gelijk gemaakt. Omdat er vanwege het drukke verkeer een doorbraak was gepland deed de monumentale waarde er even niet meer toe. Architect Warners maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik en wist er zelfs een groter pand voor terug te zetten.
Hoewel er trots ‘herbouwd naar Pieter Post’ op de gevel staat is het dus een compleet nieuw gebouw met andere afmetingen. Enkel het gouden hoofd (boven in de gevel) en de gebeeldhouwde festoenen (slingers onder de dakgoot, later tussen de ramen) schijnen nog authentiek te zijn. Vreemd genoeg lijkt het nieuwe gebouw meer op de oude gravure dan het originele, verbouwde pand uit 1910. Het is duidelijk dat meneer Warners het beeld van het verleden belangrijker vond dan de daadwerkelijke geschiedenis.
Het hele gebouw ademt die sfeer uit. Op verschillende plekken zijn bijvoorbeeld spreuken te vinden: ‘Staat hier buijten niet te toeven; Gaet erin je mocht het proeven’ op de foto linksboven bijvoorbeeld. Volgens mij was dat toen al een achterhaalde spelling. Bewuste nep dus, maar het lijkt best oud.
Meer van dit historisch gedraai vind je binnen in de ridderzaal. Daar vinden we een wandschildering met een heroïsche Frederik Hendrik te midden van zijn leger en als vreedzaam heerser. Iemand moet voor hem het Huis ten Bosch gaan bouwen. De handtekening (!) linksboven die figuur laat er geen twijfel over bestaan dat hier Pieter Post wordt bedoeld. Hoera! Pieter Post is een held!
Het heeft de sloop van zijn pand niet kunnen voorkomen.
Beeld rechtsboven via de Haagse Beeldbank.
Beeld midden links via de Haagse Beeldbank.